- 19 november 2019
- | Bron: Dobbit
Hoe een rustieke oprit plaatsen

Een oprit uit kasseien, het heeft nog altijd zijn charme. Maar kasseien plaatsen is niet voor iedereen. Om het goed te doen, moet je wel wat ervaring hebben. Je kan daarom ook kiezen voor betonklinkers met het uitzicht van kasseien. Ze zijn niet alleen gemakkelijker te plaatsen, vuil en stof kan er niet aan hechten.
Transciptie
Voor een oprit heb je een stevige fundering nodig. We kiezen voor een drainerende onderfundering uit steenslag van vijftien centimeter. Die is aangetrild. Daarop kwam een fundering uit stabilisé van nog eens vijftien centimeter. Die is ook aangetrild. Nu kunnen we beginnen met de straatlaag te bepalen.
We plaatsen een referentietouw om de hoogte van de bestrating te weten. Werk je tegen de gevel? Wees er dan zeker van dat je je bestrating niet boven je waterkering plaatst.
Monteer je touwen aan een aantal piketten. Zorg er voor dat je bestrating afwatert, weg van de gevel. Een verloop van een a twee centimeter per meter is voldoende. Span een aantal touwen om op verschillende plaatsen het niveau te bepalen. Zorg er voor dat de touwen elkaar niet naar beneden trekken. Ze mogen elkaar net niet raken.
Heb je het niveau bepaald? Dan kan je van start met de werken. Eerst plaatsen we nog de putdeksels. Lijn die even uit met de touwen die je net spande, zodat ze recht op de lijn van de bestrating komen te staan.
Maak wat metselmortel aan. Het handigst is als je deze kant en klaar koopt in een zak. Het enige wat je dan nog moet doen, is de juiste hoeveelheid water toevoegen. Voeg het water toe voor je de kant- en klare mix in de metserskuip gooit.
Meng alles goed door met een schop of een truweel tot je een smeuïge specie hebt.
Eventueel moet je het putdeksel nog een beetje opmetselen. Met wat stenen, of halve stenen, kan je het verhogen.
Kijk of het deksel nog onder je niveau komt. Leg dan een nieuwe laag mortel waarin je het putdeksel legt. Met een lange regel ga je dan op je referentietouw af of het deksel langs de bovenkant overal gelijk komt. Met een rubberen hamer kan je het deksel eventueel wat dieper in de mortel kloppen.
Als het deksel goed is, bed je het in in de mortel. Zo verschuift het niet meer tijdens de werken.
Dan kan je stabilisé aanvoeren. Je kan altijd je gestabiliseerd zand zelf maken met water, rijnzand en cement, maar voor een grote oppervlakte, zoals een oprit, laat je beter de betoncentrale wat stabilisé leveren. Vraag tijdens de bestelling om vertrager in het zand te mengen. Zo blijft het langer verwerkbaar.
Verdeel de stabilisé in de oppervlakte die je wil bestraten. Doe niet alles in één keer. Verdeel de oprit in vakken en vul de vakken met stabilisé. Zorg dat het zand tot boven je referentietouw komt.
In het zandbed steken we een wapening. Die kan bestaan uit metalen chapenetten, maar een wapeningsnet uit vezels kan ook.
Het wapeningsnet kan je gewoon op maat maken met een breekmes. Over het net leg je nog een laag stabilisé. Verdeel dan de stabilisé verder tot hij overal ongeveer even hoog ligt. Dat maakt het zo meteen gemakkelijker.
Tril het stabilisé nu aan. Door het aan te trillen, ga je de fundering compacter, en dus ook steviger, maken. Voor dat werkje heb je een trilplaat nodig, maar je kan die in bijna elk verhuurcentrum huren.
Meteen na het aantrillen, reien we het stabilisébed vlak. We leggen T-profielen in het zandbed. Daarop kunnen dan zo meteen afreien. Om de profielen niet te diep in te moeten kloppen, ga je al eens met een truweel onder het touw. Kijk met je meter of je overal genoeg plaats hebt. De stenen zijn hier zes centimeter dik, dus moeten we ook een zestal centimeter onder het touw blijven.
Sla het profiel dan in het zandbed. Controleer nog eens de hoogte van het profiel met een steen. Sla het desnoods wat dieper in. Doe hetzelfde aan de andere zijde. De afstand tussen de profielen is net iets kleiner dan de lengte van je regel, zodat je er vlot op kan afreien.
Waar je te weinig zand hebt, kan je wat bijvoegen met een spaan. Druk het zandbed dan wat aan zodat je het nog wat verdicht.
Neem af en toe het teveel aan zand achter je rei weg. Met veel stabilisé achter je rei wordt het moeilijk om het nog glad te trekken.
Als alles is afgereid en de T-profielen weg zijn, dan moet je de opening van de profielen nog dichten. Je kan dat ook met een spaan doen. Druk weer goed aan, zodat het zandbed verdicht wordt.
Heb je een vak van je zandbed vlak getrokken? Dan kan je de stenen er op leggen. Leg de stenen zo dicht mogelijk bij de plaats waar je ze moet leggen. Liggen er al stenen? Leg er dan wat rijplaten op. Zo wordt de druk gelijkmatiger verdeeld en voorkom je kuilen in je oprit.
Wissel de maten wat af. Je hebt in totaal vijf verschillende lengtes. Ze liggen sowieso willekeurig gesorteerd op de pallet. Je kan ze van de pallet nemen en rechtstreeks leggen. Zorg wel dat de kopse voeg telkens ergens anders komt te liggen. Komen ze gelijk uit. Neem dan vlug een andere maat.
Controleer ook af en toe of je nog recht werkt. Leg een lange rij tegen de stenen en controleer of je niet in een boog aan het leggen bent. Je kan de stenen nog wat aanpassen en verleggen, moest je wel fout bezig zijn.
Het leggen van de stenen zelf gaat zeer vlot. Dat is vooral de verdienste van het goed gelegd bed stabilisé.
Door niet te moeten slijpen krijg je ook een mooier resultaat. Je kan ook altijd een beetje spelen met de voegbreedte als het niet mooi uitkomt. Je kan een aantal stenen iets verder uit elkaar leggen. Maar probeer natuurlijk eerst om wat te puzzelen in de verschillende lengtes.
De stenen zijn gemaakt van gegoten beton. Hierdoor zijn ze stevig genoeg om als oprit te gebruiken, zelfs als er zwaar verkeer op moet komen. Doordat het beton gegoten is, is het een pak minder absorberend, ook voor vuil. Je oprit blijft dus een lange tijd mooi. Het uitzicht van de oprit zal wel na een tijdje veranderen. Op de stenen wordt een coating aangebracht. Die dient om kalkuitbloei op de stenen te voorkomen. De coating slijt er vanzelf af. De stenen worden dus matter van uitzicht.
Neem je stenen van de pallet? Neem dan altijd van verschillende rijen tegelijkertijd. De paletten worden gemixt, maar per laag komen ze wel van dezelfde productielot.
Tussen de lagen kan er dus een beetje kleurverschil zitten. Om geen vlakken te krijgen van dezelfde kleur, mix je dus de rijen.
Naast de afvoergoot moeten we ook nog stenen plaatsen. Dit is slechts een smalle strook. Hier kunnen we niet bij met de trilplaat om het stabilisébed te verdichten. Dat kan je dan doen met een manuele aandammer, of je kan het aanstampen met je voeten.
Zaag het stuk hout iets breder dan de opening naast de goot. Zaag dan de hoogte van de steen uit, gemeten vanaf de onderkant van de plank. De rest van je plank moet iets minder breed zijn dan de ruimte tussen de goot en de schutting.
Nu kan je dat deel ook afreien. Neem er een waterpas bij, want het deel moet natuurlijk ook afwateren, en het best nog in de richting van de goot.
Als de stabilisé is afgereid, dan kan je ook daar stenen leggen. Bij een smal stukje kan het zijn dat je niet alle combinaties kan leggen. Probeer er een aantal. Heb je er een paar gevonden? Neem dan die stenen uit de verpakking en wissel de combinaties en de volgorde zo veel mogelijk af om een wildverband te krijgen. Je kan dit ook doen als je een smal tuinpad aanlegt.
Aan het einde van je pad, of aan een bloemperk, plaats je een boordsteen. Bij een bloemperk, waar het niet echt uitmaakt hoe groot het precies moet zijn, plaats je de boordsteen achteraf. Zo kan je ze precies tegen de stenen aan plaatsen.
Neem wat stabilisé weg en plaats de boordsteen in de opening. Zorg ervoor dat hij ook goed in de stabilisé staat, zodat hij stevig in de grond zit. Zet de bovenkant gelijk met de stenen.
De boordstenen moet je nog op maat maken. Dat kan je doen met een haakse slijper. Snij de steen voorzichtig door. Werk met een vol diamantblad op je slijpmachine. Zo vermijd je dat er stukjes afbreken aan de snijlijn. Om alles mooi te laten aansluiten, kan je dan nog de boord breken. Op die manier krijgt de boordsteen hetzelfde uitzicht als de andere boordstenen.
Als je boordstenen plaatst, zorg dan dat ze een beetje ingebed zijn langs de kant waar er geen stabilisé ligt. Met een truweel kan je een mooi bed maken. In losse stabilisé kan je de boordstenen nog een beetje dieper kloppen met een hamer.
Je kan dan de stenen verder doorleggen. Omdat je niet moet slijpen, gaat het werk vooruit.
Om de oprit aan de muur te laten aansluiten, kan je de voeg in de breedte wat breder maken. Hou tussen de rijen dan wat meer afstand. Verdeel de breedte natuurlijk over een aantal rijen. Met het voegmiddel er straks in, valt dit niet meer op.
Als laatste leggen we de putdeksels nog dicht. Rond de deksels moeten we wel enkele stenen op maat maken. Dat kan je doen met een haakse slijper. Ook hiervoor neem je het best een vol diamantblad.
Om veiliger te werken, kan je de steen klemmen met een balk. Door je voet op die balk te zetten, klem je dan de steen.
Snij eerst de bovenkant door. Hier kan je wel niet volledig doorslijpen, want dan zou je een stuk in het zichtbare gedeelte van de steen slijpen. Daarom draai je hem om en slijp je verder langs de achterkant tot het stuk er uit valt. In het hoekje moet je dan misschien nog wat bijwerken.
De putdeksels zelf moet je nog vullen met stabilisé. Hiervoor kan je de rest nemen van de geleverde stabilisé, maar doe je dit pas de volgende dag, dan kan je die kleine hoeveelheid beter zelf maken. In kant en klare zakken ben je zeker van een goede verhouding cement en zand. Daarbij voeg je dan enkel het nodige water. Meng even door met de schop en je kan het storten in het deksel.
Om de stenen in het deksel te laten doorlopen, kan je ook stenen op maat maken. Probeer de rijen van de stenen ook door te laten lopen in je deksel. Zo krijg je een mooier resultaat.
Als alle stenen er liggen, maak je ze schoon. Alle stof en cement die op de stenen ligt, moet er eerst af.
Om de stenen nog beter in het zandbed te leggen, kan je ze aantrillen. Zorg wel voor een rubberen mat onder de trilplaat, anders ga je de stenen beschadigen. Doe dit wel voor de stabilisé droog is.
Verdeel de emmers voegmiddel dan ook over de oprit. Het is de bedoeling dat je straks in een keer doorwerkt, dus is het handig als de verpakkingen al klaar staan.
We gebruiken hier polymeerzand. Dit kan vlekken geven op blauwsteen, dus tape je die beter af voor je begint met voegen.
Spuit dan de oprit nat. Het water mag overvloedig op de oprit liggen. Pas dan stort je het voegmiddel uit. Met een aftrekker trek je het voegmiddel dan in de voegen. Ga diagonaal over de stenen. Zorg er voor dat je er niet te veel terug uit neemt.
Blijf dus ook tijdens het voegen de oprit nat houden. Nadat je het voegmiddel met de trekker in de voegen hebt gedaan, spuit je de oprit nog eens af. Zo gaat al het overtollige voegmiddel weg. Doe dat met een zachte straal onder een scherpe hoek. Zorg er voor dat je het voegmiddel niet uit de voegen spuit.