- 22 maart 2019
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 53

Voorzetwanden en vals plafond opbouwen - Ep. 53 - Nu onze scheidingswanden er staan, gaan we nog een aantal voorzetwanden opbouwen. Eens ook die er staan bekleden we het plafond op de tweede verdieping met gipskartonplaten. Daarna kunnen we alles gaan plamuren.
Transciptie
In de vorige aflevering plaatsten we scheidingswanden om de ruimtes in onze woning verder onder te delen.
We maakten de basis met metalen profielen, die we dan bedekten met OSB en/of gipskarton.
In deze aflevering gaan we nog een aantal voorzetwanden opbouwen. Eens ook die er staan bekleden we het plafond op de tweede verdieping met gipskartonplaten. Daarna kunnen we alles gaan plamuren.
We doen deze werken volledig zelf. In ongeveer 152 uur zijn we klaar.
Vermenigvuldig dit met de gemiddelde uurprijs van een gespecialiseerd plaatser, en je bespaart al gauw 6080 euro!
De plannen tonen ons hoeveel en waar we stijlwanden moeten plaatsen.
De volledig nieuwe muren – de scheidingswanden – pakten we al aan, en nu is het tijd voor de voorzetwanden.
Man 1
C0082
In deze ruimte plaatsen we een voorzetwand. Die bedekt alle leidingen die in opbouw geplaatst waren en zorgt ook voor een akoestisch comfort, want hierachter bevindt zich een badkamer.
De opbouw van een voorzetwand is gelijklopend met die van onze scheidingswand.
We kiezen opnieuw voor een basisstructuur in metaal.
Eerst moeten we terug de positie bepalen. Hoe ver de valse wand voor onze bestaande muur komt, hangt af van hetgeen hij moet bedekken.
In dit geval willen we hem volledig voor een afvoerbuis zetten.
We meten waar onze afvoerbuis het verst van de muur verwijderd is, en nemen dit als referentieafstand voor de achterzijde van onze profielen.
Dit tekenen we verticaal af op onze muur.
Je kan dit met een kruislijnlaser doen, zoals we al toonden, maar het kan ook met een schietlood.
Met dit gereedschap kunnen we even goed een punt loodrecht overzetten van boven naar beneden, of omgekeerd.
We houden het touw ter hoogte van onze afgetekende afstand.
Het gewicht, met een puntvormige onderkant, hangt nu door de zwaartekracht perfect recht naar beneden, en zorgt voor een loodrechte afspiegeling van ons referentiepunt.
En met de waterpas kunnen we vervolgens de lijn over de volledige hoogte van de wand uittekenen.
Daarna doen we hetzelfde aan de andere kant.
Ten slotte gaan we de locatie voor de achterkant van onze profielen nu nog op de vloer en plafond overzetten.
Dit kunnen we simpelweg doen door een smetkoord te houden ter hoogte van onze eerder vastgelegde lijnen aan de zijkanten.
Even strakhouden en dan laten schieten, en de lijn is gemarkeerd!
Dan meten we onze muur op, zowel in de hoogte als in de breedte.
Zo kunnen we de horizontale U-profielen en de verticale C-profielen op maat gaan maken.
Hoewel de opbouw van een voorzetwand praktisch gelijklopend is met die van onze scheidingswand, hebben we hier toch een extra aandachtspunt. Want onze muur wordt volledig ingesloten tussen wanden, plafond en vloer geplaatst.
Dit zorgt ervoor dat we meer aandacht besteden aan het reduceren van eventuele contactgeluiden.
We hangen daarom een zelfklevende dichtingsband aan alle profielen die met die wanden, plafond of vloer in contact komen.
Hier moeten we bevestigen op pleisterwerk én is er nog een bovenliggende verdieping, waardoor een extra akoestische demping aangewezen is om mogelijke trillingen op te vangen.
Nadat we de vloer proper gemaakt hebben, kunnen we het profiel via de voorgemaakte gaten bevestigen.
We gebruiken hiervoor opnieuw relatief korte slagpluggen, zodat we de leidingen in onze chape niet zouden beschadigen.
Voor de zekerheid maakten we vooraf foto’s van onze leidingen in de vloer, dus we kunnen die ook altijd raadplegen.
We monteren eerst het onderste U-profiel en steken daarna de 2 C-profielen die aan weerszijden tegen de wanden komen op hun plaats, met daarboven de tweede U-houder.
Deze omkasting is dus overal voorzien van een ‘schokdemper’ of dichtingsband.
Voor we effectief bevestigen, doen we nog een extra check-up met de waterpas.
Want deze buitenste randen vormen de basis van ons geraamte en bepalen of onze valse wand mooi recht zal staan.
Eens alles vast hangt aan muren, vloer en plafond, gaan we de U- en C-profielen nog in de hoeken aan elkaar vastmaken. Dit doen we met onze felstang.
De tussenliggende verticale studs plaatsen we net als bij onze scheidingswanden met een hart-op-hartafstand van 40 cm, zodat we onze platen van 120 cm breed makkelijk kunnen bevestigen.
Je kan die C-profielen boven- en onderaan vastmaken aan de horizontale houders, maar dit is in principe niet echt nodig. Dan heb je nog wat speling bij het monteren van de platen.
Maar je zorgt er natuurlijk wel voor dat ze al gepositioneerd staan volgens de correcte tussenafstand.
Eens het raamwerk dan gevuld is met isolatie in de gepaste breedte én de gipsplaten zijn bevestigd, dan zullen alle studs op zich genoeg gefixeerd zijn.
Onze voorzetwand heeft hier voornamelijk een akoestische functie, dus is het ook belangrijk om die op te vullen met geschikte isolatie.
We gebruiken opnieuw een vormvaste isolatieplaat uit minerale wol met een dikte van 40 mm.
Met een isolatiemes kunnen we die gemakkelijk en snel in de nodige breedte van 40 cm snijden, zodat alles perfect tussen ons geraamte past.
De afvoerbuis, die achter onze nieuwe wand zal zitten, isoleren we nog extra, zodat alle mogelijke geluiden geminimaliseerd worden.
Als de wand volledig opgestopt is met de minerale wol, bekomen we in principe een stevig thermisch en akoestisch afgesloten geheel.
Voor we dichtmaken, noteren we nog de precieze locatie van onze leidingen.
We meten zowel de afstand ten opzichte van de muur als de vloer, zo weten we achteraf perfect waar we moeten boren om onze inbouwpotjes te voorzien en hebben we geen problemen om de voorziene leidingen terug te vinden.
Ook de positie van onze verticale profielen markeren we op de grond, zodat we zullen weten waar we moeten schroeven.
Tijd nu voor de volgende stap: het plaatsen van de eerste afwerkingslaag.
Omdat er hier geen zware dingen aan de muur moeten opgehangen worden, is een laag OSB overbodig. We plaatsen dus meteen gipsplaten.
De gekozen vezelversterkte variant is bovendien heel sterk, en kan zwaarder belast worden dan gewoon gipskarton. Een nachtkastje bijvoorbeeld, kan hier perfect aan opgehangen worden.
Daarnaast is de plaat ook geluidswerend, wat in dit geval ideaal is!
Nadat we de plaat op de juiste hoogte maakten, kunnen we hem gaan installeren.
We laten hem rusten op afstandsblokjes bij het fixeren, zodat die bovenaan zo goed mogelijk aansluit op het plafond.
Onderaan komt toch een plint, dus daar is wat speling mogelijk.
Het profiel kunnen we nu mooi in het midden achter de plaat houden bij het vastschroeven, zo zit deze perfect op zijn plaats.
Met onze magnetische bithouder voor gipskartonplaten zitten onze schroeven net verzonken, zonder dat ze gaan doorscheuren.
Zit die plaat voldoende vast, dan plaatsen we de volgende op dezelfde manier.
Let er zeker op dat de naden zo goed mogelijk tegen elkaar zitten, zodat je een goed gesloten geheel bekomt.
De bedrukte zijde van de platen moet trouwens aan de achterkant zitten, want daar zijn geen afgeschuinde kanten voorzien.
Die kantafwerkingen zorgen ervoor dat we de naden later onzichtbaar kunnen weg- en afwerken.
Een extra aandachtspunt bij het plaatsen van onze platen, is dat je niet met een afgeschuinde kant tegen je muur mag zitten!
Zorg er dus steeds voor dat je met een afgesneden kant tegen de muur werkt!
Man 1 (Hans)
C0082
Een tweede laag platen, die we geschrankt plaatsen, zorgt voor een extra akoestisch comfort.
Bij het aanbrengen van de tweede laag, waarbij we de platen ook verticaal positioneren, moeten we ervoor zorgen dat de naden die van de onderliggende laag niet overlappen.
Door ons eerste stuk 40 cm minder breed te maken, kunnen we dit voorkomen. Én zo starten we ook met een afgesneden kant tegen onze muur!
Waar het bij de eerste afwerkingslaag voldoende was om elke 50 cm vast te schroeven, is bij deze tweede wel een tussenafstand van 25 cm noodzakelijk.
We nemen aangepaste gefosfateerde schroeven, die minstens 10 mm langer zijn dan de dikte van hetgeen we moeten bevestigen.
Het gaat hier om een dubbele plaatlaag, dus een minimum schroeflengte van 36 mm is vereist om onze tweede laag stevig te kunnen monteren.
Bij deze voorste platen is het extra belangrijk dat de naden met plafond en naastliggende muren netjes afgewerkt zijn. Soms kan het dus nodig zijn om manueel bij te schaven.
Laat wel een kleine voeg over, zodat de muur voldoende speling heeft.
Eens al onze valse wanden op dezelfde manier geplaatst zijn, hebben we nog het plafond op de tweede verdieping te doen.
Daar werd de houten dakstructuur opgevuld met isolatie en afgedekt met een dampscherm.
Daarop moeten we nu opnieuw een geraamte gaan plaatsen, waarop we een afwerkingslaag gipskartonplaten kunnen monteren.
In tegenstelling tot bij onze wanden, maken we het raamwerk hier in hout. Maar het bouwprincipe blijft precies hetzelfde.
Let er wel op dat je de latjes haaks op de dakbalken plaatst met een hart-op-hartafstand van 30 cm, zodat de platen op voldoende plaatsen kunnen bevestigd worden.
Daarnaast is het heel belangrijk dat het latwerk in één vlak ligt, zodat je een recht plafond bekomt.
Daarna kun je er het gipskarton op bevestigen. Vezelversterkte gipsplaten zijn zwaar en minder praktisch, dus gebruiken we de lichtere standaard- of waterbestendige variant.
Vrouw 1
Disc 140
C0028
Voor het type gipskarton raad ik u aan de website van de fabrikant te raadplegen. Waarom? Er zijn echt wel heel veel types gipskarton en zeker bijvoorbeeld in een natte cel kan ik u echt wel aanraden om te gaan naar een groene gipskarton want dat is wel een heel belangrijke. Je hebt er ook die geluidswerend zijn, je hebt er die ook meer tegen warmte kunnen… dus, de selectie daarvan moet goed gebeuren.
Door vooraf de ruimte op te meten, kunnen we meteen al een deel platen op maat maken.
We houden hierbij rekening met het voorkomen van te kleine eindstukken, door eventueel het eerste stuk van een rij ook wat af te korten.
Voor alle soorten gipskarton is de werkwijze voor het op maat maken dezelfde.
Je snijdt het karton aan de bovenzijde door langs een regel.
Dan breek je de plaat. Die zal perfect langs de snijlijn breken.
Daarna snij je ook het karton aan de achterzijde van de plaat door.
Voor kleine uitsparingen gebruiken we een schrobzaag, dit werkt prima bij gewone standaard gipsplaten.
We heffen de platen nu ter plaatse met een plaatstut of een zelfgemaakte T-stut. Zo kun je de juiste positie bepalen voor je vastschroeft.
Sowieso is dit een werkje dat je best met 2 uitvoert.
Is dit echt niet mogelijk, dan is het aangewezen om een plaatlift te huren.
Onze schroeven zijn opnieuw aangepast aan gipsplaten. Maar bij een houten onderstructuur heb je wat meer marge nodig in je lengte, namelijk de beplatingsdikte plus 25 mm.
En aangezien je aan een plafond bevestigt, kan nog wat extra lengte zeker geen kwaad voor een voldoende stevige bevestiging.
Schroef elke 17 cm vast.
We tekenen met een potlood de positie van ons latwerk af, zodat we zeker recht in de latten monteren.
Het plamuren van de naden en schroefgaten doen we eens al onze valse wanden en ons vals plafond opgebouwd zijn, zo kunnen we in één keer doorwerken.
We beginnen met ons oppervlak proper te maken, zodat we op een stofvrije ondergrond kunnen werken.
In de naad moeten we nu een voegenband aanbrengen voor we die bedekken met plamuur. Deze band is als het ware een wapening die ervoor zorgt dat je bij de aansluiting tussen je platen geen barsten in je muur zou krijgen.
Deze zelfklevende wapeningsband kun je op twee manieren gebruiken.
Ofwel kleef je hem op de naden van je muur en bedek je hem daarna met plamuur…
Ofwel breng je eerst een laagje plamuur aan, waar je dan de voegenband in kleeft, om er daarna extra plamuur op aan te brengen om af te werken… Bij deze manier kun je gerust ook papieren voegband gebruiken.
Deze tweede techniek is wel iets moeilijker en vereist enige ervaring.
Bij beide methodes breng je dus de voegenband aan en vul je de naad met voldoende plamuur.
Bij dit vullen mag je natuurlijk niet te hard duwen, zodat je wapeningsgaas blijft zitten. Je kan de naad ook gerust in 2 keer vullen, via een horizontale beweging.
Om dit nu af te werken, moet je in 3 stappen de overtollige plamuur afstrijken.
Je begint rechts. Neem een voldoende breed plamuurmes en oefen er aan de rechterkant, waar je steunt op de gipsplaat iets meer druk op uit. Zo strijk je voorzichtig de volledige naad af.
Daarna doe je hetzelfde aan de linkerkant van de naad.
Je eindigt met in het midden af te strijken. Hou je plamuurmes hierbij ongeveer in een hoek van 45 graden en laat die losjes op de naad rusten bij het maken van je beweging.
Duw je te hard, dan zou je te veel plamuur weghalen en heb je een put in je muur.
Ten slotte vul je nog alle schroefgaatjes op. Dit doe je in 2 keer.
Met een eerste beweging vul je het gat en met de volgende haal je het overtollige plamuursel weg, zodat het mooi in hetzelfde vlak als je plaat ligt.
Naast de naden en schroefgaatjes, hebben we bij onze scheidingswanden nog een ander element af te werken, namelijk de kopse kant van de muur.
We voorzien daar eerst een enkele laag gipskarton. Die is op maat gesneden, maar eens hij ter plaatse hangt, kan het nodig zijn om nog wat bij te schaven volgens het muurniveau, zodat er niets uitsteekt.
Het is nu de bedoeling dat we die hoeken mooi strak gaan afwerken. Bij pleisterwerk kun je hiervoor hoekprofielen gebruiken, maar ook voor gipskartonwanden is er een hulpmiddel voorhanden!
We gebruiken een speciale hoekband, die voorzien is van een metalen profiel, zodat je een strakke lijn bekomt.
Aan weerszijden van de buitenhoek brengen we daarvoor plamuur aan, zodat we daar de band mee kunnen vastkleven.
Daar duwen we dan de strook in, tot hij op de correcte positie zit.
Door nu van binnen naar buiten toe met een plamuurmes over de band te wrijven, haal je het overtollige product weg van onder de band en zit hij goed vast.
We zorgen ten slotte nog voor een mooie overgang tussen onze band en de muur en bekomen zo een proper eindresultaat!
En ook ons vals plafond werken we nog af met plamuur.
Daar werkten we met platen die langs 4 zijden afgeschuind zijn. Die moeten dus ook langs 4 zijden afgewerkt worden.
Je begint met alle naden langs de korte kanten, want die liggen iets dieper.
Wanneer die droog zijn, een dag later, doe je dan alle lange zijden.
Als de eerste laag plamuur voldoende uitgedroogd is, namelijk de volgende dag, dan zul je zien dat alle naden en gaatjes wat ingevallen zijn. Daarom is het nodig om alles bij te vullen met een tweede laag.
Het is niet nodig om daarvoor eerst nog op te schuren, tenzij er echt uitstekende deeltjes zouden zijn.
Voor deze tweede laag gebruik je best een filler, dit is een plamuur met een iets fijnere structuur. Daarmee kun je ook fijner afwerken.
Vraag gerust advies in de winkel, zodat je het juiste product gebruikt!
Het aanbrengen en afstrijken van de afwerkplamuur doen we met een bredere plamuurspaan.
Zo kunnen we de naden iets breder afwerken, zodat je overgang tussen het plamuur en de platen heel subtiel verloopt!
Deze tweede laag neemt opnieuw een paar extra dagen in beslag, maar zorgt er wel voor dat we uiteindelijk mooi strakke valse wanden en plafonds zullen hebben!
En mocht je zien dat nog een derde bijvullaag nodig is, dan mag je dit extra werk zeker niet ontzien, want je zal een des te mooier resultaat bekomen!
Door de voorzetwanden en het vals plafond volledig zelf te plaatsen, kunnen we zo’n 6080 euro besparen.
Samen met het voorlopige totaal van 61.230 euro, komt het bespaarde bedrag nu uit op 67.310 euro.
In de volgende aflevering gaan we de trap voor de overgang van de eerste naar de tweede verdieping kiezen.
Dit houten model komt de fabrikant dan ook zelf in de woning installeren.