Om je gipsnaden perfect af te werken moet je vertrekken van een goede basis. Kies de geschikte panelen om je muur te bekleden met een voldoende dikte. Plaats ze in één vlak en laat de naden mooi aansluiten. De naad tussen je panelen en een andere materiaal, bijvoorbeeld je houten vloer, ga je niet afwerken maar voorzie je steeds van een schaduwvoeg. Dit is een opening van enkele millimeters die verborgen kan worden achter een hoekprofiel.
Als je basis goed is, kan je de naden tussen je panelen gaan vullen. Welk product je hiervoor gebruikt en hoe je dit doet is afhankelijk van het soort panelen dat je hebt geplaatst. Ga daarom altijd na wat de fabrikant van de panelen voorschrijft en maak op basis hiervan je keuze.
Het beste resultaat verkrijg je wanneer de temperatuur en vochtigheid in lijn liggen met wat deze normaal zouden zijn, wanneer je kamer is afgewerkt.
In een standaard situatie zal je de naden afwerken met een zelfklevende wapeningsband en een jointfiller. Die breng je aan met een plamuurmes van ongeveer 15 cm Daarna zal je ook nog een jointfinisher nodig hebben, die je aanbrengt met een breder mes, zoals een pleisterspaan van 30 cm. De filler en finisher maak je aan met een boormachine met mengstaaf.
Je start met het afkleven van de voegen met de wapeningsband. Dit wapeningsgaas verstevigt de naad. Als de platen dan later nog lichtjes bewegen, dan worden eventuele scheuren opgevangen door het glasvezel.

Deze band is zelfklevend. Je kan hem dus gemakkelijk aanbrengen voor je de naad toe smeert. Om hem af te scheuren neem je gewoon je plamuurmes en zet je het tegen het gaas. Met een ruk aan de rol scheur je dan het wapeningsgaas af.
Over de wapeningsband komt een jointfiller. Hier kan je kiezen tussen een kant-en-klare mix of een poedervariant. De kant-en-klare mix blijft langer bewerkbaar en is dus de eenvoudige oplossing voor de minder ervaren doe-het-zelver. De jointfiller in poedervorm is moeilijker bewerkbaar maar geeft wel het beste resultaat.
Gebruik je poeder? Dan doe je de juiste verhouding van water en gipspoeder in een emmer. Die verhouding staat op de verpakking. Meng met een mengstaaf op je boormachine het goedje door tot een romig, homogeen geheel.

Overvul de naad dus met het gips. Het teveel neem je zo meteen weg. Met deze techniek vul je snel en effectief alle naden.
Je overvult, dan neem eerst links en rechts het teveel aan gips weg. Beweeg je plamuurmes hierbij deels naast de naad, op de muur. Die is namelijk je referentiepunt waarmee je naad gelijk moet lopen. Zet dan je plamuurmes recht op de naad en neem het overtollige gips verder weg.

Werk je met gips, dan is het handig om een spaarbord te kunnen gebruiken. Hier leg je het gips op. Zo heb je een voorraadje bij de hand om je naden te vullen. Let er wel op dat je telkens maar een kant gebruikt om je plamuurmes op af te vegen. Hou de andere kanten schoon. Zo vermijd je brokjes in je gips.
In sommige gevallen moet je kiezen voor een papieren voegband in plaats de zelfklevende variant. De papieren variant is steviger en zal minder stabiele naden beter wapenen.
Omdat de papieren wapeningsband niet kleeft, moet je deze in de filler verwerken. Breng daarvoor op de plaats waar de band komt voldoende filler aan, maar overdrijf niet. Strijk de laag glad. Breng dan je band aan in de laag filler. De band zit op een rol en zal bol staan. Plaats de band met de bolle zijde naar binnen.
Haal het teveel aan gips weg van onder de band. Dat doe je met je plamuurmes, eerst aan de ene zijde van je naad en dan aan de andere zijde. Controleer daarna of je naad nog diep genoeg ligt.
Wacht een tiental minuten en breng daarna een laag filler aan op dezelfde manier als bij een zelfklevende wapeningsband.
Ook bij het afwerken van hoeken gebruik je een papieren voegband. Hierbij werk je het makkelijkst met speciale hoekprofielen met een naad uit sterke kunststof. Deze hoekband kan je gebruiken om zowel binnen als buitenhoeken af te werken. Je plooit hem daarvoor gewoon om naar de andere kant. Zorg wel steeds dat je de bedrukte kant tegen de muur aanbrengt.
Waar je twee buitenhoeken hebt, aan een deur bijvoorbeeld, moet je de band schuin afknippen. Dat doe je, misschien contra-intuïtief, weg van de hoek. Maar je zal zien dat je hem dan later gemakkelijker kan afwerken.
Je kan dit hoekprofiel ook gebruiken om de binnenhoeken te doen. Waar er meerdere binnenhoeken samen komen, is knip je ook deze schuin af. Hier mag je gerust scherper gaan dan 45°. De verschillende profielen mogen hier niet overlappen. Die verdikking krijg je niet meer weg geplamuurd of weg geschuurd. Het is genoeg dat de puntjes van het profiel tegen elkaar komen.
Ook hier plaats je de band in een laag filler. Breng deze aan waar je de band zal plaatsen Strijk de laag glad. Breng dan het hoekprofiel aan in de laag filler.

Haal het teveel aan gips weg van onder het profiel met je plamuurmes. Doe dat van de hoek naar buiten toe. Ga dan nog eens over de rand om het teveel aan gips weg te nemen. Bij deze band hoef je geen tweede laag aan te brengen en kan je na voldoende droogtijd meteen overgaan naar de finisher.
Na de naden, werk je met de filler ook de schroefgaten dicht. Ook daarvoor heb je een efficiënte techniek. Vul de gaatjes in de ene richting. Hou daarvoor je mes zo vlak mogelijk. Hou dan je mes recht en ga er zacht over. Doe dat in de haakse richting. Hou je plamuurmes nu wat recht. Eens je die techniek in de vingers hebt, gaat het dichtsmeren van die gaatjes vlot.
Is het gips wat droog? Dan neem je het best nog even de bramen weg aan de zijkant van de naden. Dit bespaart je alvast wat schuurwerk achteraf.
Eens de filler droog is, werk je de naad af met een joint finisher. Ook deze kan je in poeder of kant- en klaar krijgen en er bestaan zelfs twee-in-één producten waarmee je de naad kan vullen en afwerken.
Overvul ook nu weer de naad met finisher. Voor het wegnemen van het teveel aan product, ga je dan op dezelfde manier te werk. Neem eerst links en rechts het teveel weg. Oefen hiervoor enkel druk uit op de gipsplaat en niet op de naad. Neem pas daarna het teveel in het midden van de naad weg.
Aan de buitenhoeken heb je geen brede pleisterspaan nodig. Je plamuurmes is hier breed genoeg. Breng weer wat teveel gips aan en ga er over met een proper plamuurmes. Zo neem je het teveel aan pleister weg. Aan de hoek zelf maak je een boog met finishergips.
Probeer alle naden zo glad mogelijk te krijgen, maar werk er ook niet te veel aan. Als het gips droog is, ga je immers alles nog eens opschuren.
Breng na het schuren ook een geschikt voorstrijkmiddel aan. De naad en de panelen hebben namelijk een verschillende vochtigheidsgraad waardoor je zonder deze diepgrond primer een kleurverschil zou hebben.